De basis van elke installatie van watergedragen vloerverwarming bestaat uit een verdeler onderverdeeld in een aantal groepen. Per groep voert een leiding warm water aan. De leiding loopt in een kring weer terug naar de verdeler.
Zonder verwarmingsbron zal er geen warmte geproduceert worden. De verwarmingsbron maakt géén onderdeel uit van de installatie. Verwarmingsbronnen kunnen o.a. zijn:
- C.V. ketel.
- Stadsverwarming.
- Warmtepomp
- Hybride warmtepomp en CV-ketel
Deze bronnen zijn weer onder te verdelen in 2 categoriëen: lage- en hoge temperatuur. Respectievelijk liggen de waardes daarvan op 30 tot 50 °C en 50 tot wel 90 °C. De vloerverwarming zelf opereert altijd tussen de 28 en 40 °C. Ondanks deze lage temperaturen bereikt de vloerverwarming genoeg verwarmingscapaciteit omdat deze optimaal van het te verwarmen oppervlak gebruik maakt.
De video toont een Hoge Temperatuurs-verwarmingsbron. Omdat een vloerverwarming lage temperatuur aanvoert moet de aanvoer van een HT-verwarmingsbron vermengd worden met het koude water uit de vloerverwarmingsgroepen. Dit wordt bewerkstelligd door de pomp aan de verdeler. Zo ontstaan er 2 circuits; de primaire leiding van de HT-verwarmingsbron naar de verdeler en terug, en de vloerverwarmingsgroepen. Beide circuits kunnen los van elkaar circuleren door hun eigen pomp.
Het aantal groepen van de verdeler zal worden bepaald door het volgende:
- Oppervlakte van de te verwarmen ruimte.
- Hoofd -of bijverwarming.
- Isolatiewaarde van het pand.
- Diameter van de vloerverwarmingsbuis.
- Wél of géén vloerverwarmingspomp.
- verdeling van groepen t.b.v. zoneregeling
De wijze van verwerken van de vloerverwarmingsbuizen in de vloer verschilt per project. Deze zijn te onderscheiden in droog -en natbouw. Natbouw verwerkt, zoals de naam al doet vermoeden, water met bouwstoffen voor een zand-cement of anhydriet dekvloer. Natbouw word toegepast bij een draagvloer van beton, zoals een broodjesvloer. De draagvloer wordt afgewerkt met een dekvloer van een aantal centimeter bestaande uit zandcement of anhydriet. De vloerverwarmingsleidingen moeten worden verwerkt in de dekvloer. Mocht er al een dekvloer aanwezig zijn, kan er in gefreest worden.
Als er nog geen dekvloer aanwezig is kunnen de vloerverwarmingsleidingen gebonden worden aan staalmatten. Isolatie is natuurlijk een belangrijke factor om verlies van warmte tegen te gaan. Indien er geen mogelijkheid is om de draagvloer van onder te isoleren of de waarde ervan gering is, bieden tacker- of noppenplaten een mogelijke oplossing. Deze platen worden bovenop de draagvloer geïnstalleerd. Nadat de leidingen zijn bevestigd op de staalmatten ofwel platen kan door een derde partij de dekvloer hier bovenop worden gestort.
Droogbouw vloerverwarming betreft het gebruik van verwerkingsmateriaal waar geen water voor benodigd is. Doorgaans word hiermee bedoeld dat de vloer wordt opgebouwd uit gipsvezelplaten van bijvoorbeeld Fermacell of Knauf Brio. De platen bieden een oplossing voor vloerconstructies waar draagkracht minimaal is of de opbouwhoogte van de vloer beperkte ruimte heeft. Nadat de platen zijn geschroefd en verlijmd kan er gefreest worden voor de vloerverwarmingsleidingen.
De afstand tussen de vloerverwarmingsleidingen bepaalt uiteindelijk de verwarmingscapaciteit van het systeem. Standaard liggen de leidingen 10 cm van elkaar af. Om koudebruggen zoals schuifpuien van extra warmte te voorzien komen de slangen daar dichter op elkaar te zitten. Deze plekken worden ook wel randzones genoemd. Ruimtes waar men minder behoefte heeft aan verwarming kunnen juist met minder leidingen per m2 toe. Daar liggen ze dus juist verder van elkaar af. Deze ruimtes kunnen de hal of de wc zijn, maar men kan ook al over een andere verwarming ernaast beschikken. In dat geval noemt men de vloerverwarming dan bijverwarming.
De leiding wordt met voorkeur in een slakkenhuis-patroon gelegd. Dit patroon levert namelijk de beste verdeling van warmte-afgifte op. Een meander-patroon zou daarentegen vlakken creëeren die opmerkelijk kouder aanvoelen daar waar de vloerverwarmingsleiding retour loopt naar de verdeler.